Context
Midden september werd er een akkoord bereikt om de dagen tijdelijke werkloosheid (door COVID) gelijk te stellen met gewerkte dagen.
Gevolg : meer vakantierechten voor de werknemers en dus extra kosten voor de werkgevers.
Maar : in het akkoord is er 1 belangrijke voorwaarde opgenomen nl. er moest echter wel een financiële compensatie komen voor de meerkost die de gelijkstelling meebrengt voor de betrokken werkgevers.
De compensatieregeling is ondertussen uitgewerkt in een wet.
Compensatieregeling
De regering voorziet een globaal budget van 93.582.741 EUR voor de werkgevers van de bedienden en hetzelfde globaal budget voor de werkgevers van arbeiders.
De compensatie zélf verloopt verschillend voor arbeiders en bedienden.
Arbeiders
Het globaal budget voor werknemers met de vakantieregeling voor arbeiders komt in handen van de Rijksdienst voor Jaarlijkse vakantie (RJV).
De RJV zal de extra toelage aanwenden voor de financiering van het vakantiegeld voor arbeiders in 2021.
De gelijkstelling van de periodes corona-werkloosheid in 2020 betekent een belangrijke kost voor RJV in 2021 die niet gedekt is door werkgeversbijdragen.
Bedienden
De gelijkstelling over het jaar 2020 brengt een meerkost met zich mee voor de werkgevers.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) zal het globaal budget voor de bedienden aanwenden om deze meerkost te compenseren aan de werkgevers van bedienden.
Werkgevers die in het tweede kwartaal 2020 af te rekenen hadden met gemiddeld minstens 10% corona-werkloosheid voor hun bedienden, maken in principe aanspraak op een bepaalde compensatie van hun meerkost.
De mate van compensatie hangt af van de mate waarin de werkgever voor zijn bedienden beroep heeft moeten doen op corona-werkloosheid in het tweede kwartaal 2020.
Praktisch
De berekening en toekenning gebeurt éénmalig in het tweede kwartaal 2021.
Voor werkgevers die in het tweede kwartaal 2021 nog personeel tewerkstellen, komt de toegekende compensatie als een krediet in mindering van de verschuldigde bijdragen voor het tweede kwartaal 2021.
Het krediet is ook overdraagbaar naar de volgende kwartalen van 2021.
Complexe berekening op macroniveau
De RSZ zal het globaal budget naar verhouding verdelen over alle werkgevers die er recht op hebben en hanteert hiervoor een wettelijk vastgelegde verdeelsleutel.
De RSZ zal heel precies het relatief aandeel voor elke beoogde werkgever berekenen op basis van de gegevens in de kwartaalaangiftes.
Volgende elementen zijn daarbij van belang:
- het compensatiepercentage van de onderneming
Hoe meer corona-werkloosheid gemiddeld voor de bedienden in de onderneming in het tweede kwartaal 2020, hoe hoger dat percentage is; - de som van de (globale) prestatiebreuken van de bedienden in tweede, derde en vierde kwartaal 2020
Betreft de corona-werkloosheidsdagen -of uren van de bedienden ten opzichte van de normaal te presteren arbeidsdagen of -uren.
De totaliteit van de resultaten voor alle betrokken werkgevers en het beschikbare budget bepalen het uiteindelijke compensatiebedrag dat de RSZ zal kunnen toekennen aan een individuele onderneming.
Berekening compensatiebedrag enkel mogelijk door RSZ
De vaststelling van het compensatiebedrag is een vrij complexe berekening. Enkel de RSZ kan de berekening volledig uitvoeren. Het geheel van gegevens van alle betrokken werkgevers is immers vereist.
De RSZ zal tijdig de nodige communicatie naar jullie als werkgever doen met betrekking tot de grootte van de compensatie. Deze mogen jullie dan weer aan ons bezorgen, zodat wij deze netjes kunnen verwerken.